dinsdag 4 december 2012

VIA SPANJE NAAR MAROKKO

AANKOMST IN ALHAMA, zaterdag 17 november 2012

De aanrijroute is relaxed. Lekker midden op de dag parkeren we onze auto bij het vliegveld in Eindhoven om twee-en-half uur later in Malaga weer uit te stappen. Onze reisgenoten zijn Thomas, eveneens op een Ténéré, uit Luxemburg, Fré op een BMW F650 uit Zelhem en de onverschrokken Tanita op een BMW 800 GS uit Drachten. Een taxibusje brengt ons door het prachtige Spaanse landschap naar de herberg in Alhama. Het heeft hier duidelijk heel veel geregend, modderstromen lopen over de weg en in de bochten liggen losse stenen. Dat belooft wat voor morgen. Later horen we dat er zelfs overstromingen zijn geweest.


Het is donker als we aankomen in Alhama. Reisleider Rob heeft de motoren al afgeladen, heerlijk, we kunnen zo aan tafel. We ontmoeten hier ook Louis, die op zijn gele GSA (the yellow buffel) helemaal uit Nederland is komen rijden en dus ook weer terug moet in december. Brrrr, hij liever dan ik.
Er is heerlijk voor ons gekookt en we genieten van mogelijk ons laatste wijntje de komende twee weken. Daar schijnen ze in Marokko niet al te scheutig mee te zijn.



 

 VIA RONDA NAAR CASARES, zondag 18 november

Goh, ik wist iet dat het zo mooi was in dit deel van Spanje, Alpujarras genaamd. Schitterende bochtige weggetjes voeren ons door een bergachtig landschap. Het is af en toe zo stijl, dat Tanita met haar korte beentjes bij het keren de motor (voor de eerste keer) op de grond legt. De kop is er af, ze gaat moedig door. Om ons heen zien we olijven- en sinaasappelbomen, witte dorpjes, enorme cactussen, we passeren meren en kloven en rijden via een half verhard weggetje over hellingen waar kurkeiken groeien.



 
Een stop in het stadje Ronda, één van de beroemde witte stadjes, is zeer de moeite waard. Via een oude brug over een diepe kloof, worden de twee stadsdelen met elkaar verbinden. We genieten van de tapas en bekijken de stierenvechtersarena. We hebben er verschillende meningen over, het is in ieder geval typisch Spaans.



We overnachten in Cascares, een wit dorpje met heel steile straatjes. Als we via de keitjes tot het dorpsplein zijn afgezakt, staan we gevieren te twijfelen hoe we nu bij het hotel moeten komen. De Spanjaarden, waar ik me weggezakte Spaans op heb geoefend, gebaren naar een straatje dat niet alleen steil, maar ook heel smal is. Rob komt ons te hulp en praat ons naar boven: 'kijken waar je naar toe gaat en gas erop houden'. Als we veilig voor het hotel staan, voelt het als de eerste overwinning.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten